woensdag 22 september 2010

NLP: Neurolinguïstische programmeren

Neurolinguïstisch programmeren (NLP) is een niet erkende psychologische stroming, die een samenhangend geheel van in kaart gebrachte competenties (gemodelleerde expertises) als makkelijk leerbare modellen en technieken aan anderen aanbiedt, waarvan men pretendeert dat ze de communicatie en het bereiken van doelstellingen kunnen optimaliseren.

Het is in de tachtiger jaren van de twintigste eeuw ontstaan in de Verenigde Staten. De grondleggers zijn John Grinder en Richard Bandler. NLP haalde z'n mosterd bij verschillende reeds bestaande psychologische stromingen en taal-theorieën, bijvoorbeeld hypnotherapie en gedragstherapie. De NLP-practioners (mensen die NLP beoefenen en trainingen erin geven) zien NLP ook als een eclectische psychologie. Een uniek samenwerkingsverband van in modellen en technieken vertaalde werkwijzen uit therapie en communicatie, die hun effect reeds bewezen hebben.

NLP blijft therapeuten, goede communicatoren en 'experten' t.a.v. zelfontwikkeling 'modelleren', zodat NLP uitgebreid wordt met meer modellen en technieken. Dat is ook een van de essentiële basiskenmerken van NLP: het in kaart brengen van expertise (competenties) die mensen onbewust toepassen en deze overdraagbaar maken in een model of techniek. Zodat de expertise aanleerbaar wordt voor anderen. Doordat reeds iemand de vaardigheid 'doet' gaat een NLP-er er van uit dat het aanleerbaar is door anderen.

Het doel is dus een competentie die een expert door jarenlange ervaring heeft eigen gemaakt snel en efficiënt over te nemen, zonder zelf jarenlang zo'n ervaring nodig te hebben. Iemand die door ervaring een bepaalde expertise verwierf is zich niet meer bewust van zijn kunnen. Vaak kan hij zijn 'talent' of 'kunde' ook niet uitleggen en wordt het als iets individueels beschouwd. NLP daagt mensen echter uit competenties van deze expert in kaart te brengen in termen van sequentie van handelen, lichaamstaal, cognitieve schema's, zelfspraak, enz... Het wordt in een begrijpbare en overdraagbare techniek gegoten, zodat anderen deze kennis kunnen copiëren en het niet slechts iets blijft van een expert.

Sommige van de in NLP gebruikte technieken kunnen worden onderbouwd met bestaande wetenschappelijke theorieën uit de psychologie. De effecten van sommige technieken worden door een aantal NLP-ers overschat: men houdt geen rekening met bvb. het fenomeen van uitdoving bij klassieke conditionering of men gaat zonder meer uit van de aanname dat een enkele koppeling tussen stimuli voldoende is om een blijvend conditioneringseffect te verkrijgen.
Zodoende versimpelt men in sommige NLP-literatuur de procedures die tot de verwachte effecten moeten leiden en overschat men de werking en de duurzaamheid als gevolg van het uitvoeren van zo'n versimpeld gepresenteerde techniek.

De basisaanname van NLP is dan ook dat 'wat iemand anders kan, jij kan leren en wat jij kan, de ander kan leren'. Een uitdrukking van een geloof in de leerbaarheid van competenties door gelijk wie, als ze maar goed in model worden gebracht en goed overdraagbaar worden gemaakt. De overdraagbaarheid van competenties en de wijze waarop heet 'modelleren'.

Een NLP-er wordt vervolgens getraind in het in kaart brengen van competenties van experten. Een expertise is vaak een onbewuste vaardigheid. De expert weet niet meer hoe hij het doet. Het is aan de NLP-er om dit in kaart te brengen. Het impliciete competentiemodel wordt op die manier expliciet een overdraagbaar model of techiek, waardoor anderen deze competentie ook kunnnen verwerven. Zo kunnen anderen onbewust competent worden in de gemodelleerde expertise.

Bij het in kaart brengen van competenties vertrekt NLP vanuit veronderstellingen over de menselijke communicatie. Een van de basisgedachten is dat iemands
lichaamshouding de mentale inhouden beïnvloedt en vice versa. Zo zal bij het overnemen van competenties zowel de mentale inhoud als het bijhorend gedrag m.b.t. een vaardigheid in het model of de techniek worden betrokken.

In de communicatietheorie van NLP speelt
Rapport een grote rol. Met rapport wordt het totaal van verbale en nonverbale communicatie tussen mensen bedoeld. Middels NLP-trainingen wordt geleerd Rapport bewust in te zetten door gebruik te maken van lichaamshouding, stem, en woordkeuze. Eén van de methoden is lichaamshouding, stem en woordkeuze van de gesprekspartner (in NLP jargon ontvanger genaamd) te imiteren en in te spelen op diens persoonlijke stijl, waarbij eerst opgemerkt dient te worden of de ontvanger auditief, visueel of sensitief is ingesteld (afh. van een gegeven context). Dit laatste kan worden opgepikt door te letten op onwillekeurige oogbewegingen van de gesprekspartner na het stellen van een vraag, de richting van die bewegingen aangeeft welke oogbewegingen en zintuiglijke voorkeurwoorden samengaan en dus een patroon in het gedrag vormen.

Sommigen stellen dat het een onbewezen en zelfs een weerlegde aanname is dat mensen dergelijke zintuiglijke voorkeuren zouden vertonen.
De misvatting van critici over NLP bestaat er hier in dat het eerder gaat over het herkennen van contextafhankelijke patronen bij mensen, die kunnen wijzen op een eerder auditieve, visuele of kinesthetische voorkeur, dan wel dat het zou gaan om een aangeboren voorkeur. Wanneer men spiegelt in de taal (en lichaamstaal) van de ander, zal men 'rapport' bewerkstelligen en zal de ander meer openstaan voor suggesties, gegeven in de stijl van de ander. Zoals hierboven reeds gesteld, geeft recent onderzoek naar de werking van spiegelneuronen en het bewust spiegelen van gedrag bij bvb. autisten aan dat hierdoor effectief een (betere) communicatie opgang kan worden gebracht. (Giacommo Rizzolatti e.a.).

De vooronderstellingen van NLP of aannames, zijn pragmatisch. Ze hoeven niet waar te zijn, maar men gaat ervan uit. Het zijn uitgangspunten, die hun werking bewijzen.


Bron: Wikipedia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten